Nederlandse midden- en kleinbedrijven (mkb) die het gevoel hebben dat ze op hun big data kunnen vertrouwen voor het nemen van zakelijke beslissingen, zien hun financiële toekomst bijna twee keer zo vaak zonnig tegemoet als bedrijven die dat niet doen. Dat blijkt uit onderzoek van Microsoft onder 6.200 mkb-werknemers in twintig verschillende landen, waaronder Nederland. Van de Nederlandse mkb-bedrijven die vertrouwen op data, verwacht 41 procent er de komende twaalf maanden financieel op vooruit te gaan. Bedrijven die daarentegen niet vertrouwen op data, gaan er in slechts twintig procent van de gevallen vanuit het komende jaar een financiële groei door te maken. Uit het onderzoek blijkt verder dat datagedreven mkb’ers vaker verwachten in de komende twaalf maanden nieuwe producten of diensten te lanceren (42 tegenover 37 procent).
“Europese ondernemers die gebruik maken van data, hebben een voorsprong op de concurrentie”, zegt Ron Augustus, directeur mkb bij Microsoft Nederland. “Bijna elk bedrijf heeft de beschikking over een grote berg aan data: van klant- en verkoopgegevens tot en met informatie over ontwikkelingen in de branche. Het zijn de succesvolle mkb’ers die deze data omzetten in inzichten, en die patronen herkennen om zakelijk te groeien. Een vaardigheid die nu belangrijker dan ooit is voor mkb’ers die inzetten op groei.”
Samen vormen mkb-bedrijven de motor voor economische groei en herstel, zo wordt duidelijk uit cijfers van de Europese Commissie. Samen vertegenwoordigen ze maar liefst 99 procent van alle business in de Europese Unie en zijn ze verantwoordelijk voor twee derde van de banen in de particuliere sector. Het is daarom van groot belang dat ze over de juiste middelen beschikken om succesvol te zijn. Uit het onderzoek van Microsoft blijkt dat data de sleutel vormt voor financiële groei; ook komen er drie eigenschappen van optimistisch ingestelde mkb-bedrijven in naar voren.
1. Ze gebruiken data voor klantenwerving- en binding
Het onderhouden van relaties met klanten is van cruciaal belang, maar het werven van nieuwe klanten geldt voor de meeste mkb’ers als de grootste uitdaging van het komende jaar. Van de ondervraagde Nederlandse mkb-bedrijven die vertrouwen op het gebruik van data, houdt zestig procent zich succesvol bezig met het werven van nieuwe klanten. Bij de bedrijven die niet gebruik maken van data, ligt dat percentage slechts op 33 procent. Verder geven datagedreven ondernemingen vaker aan bestaande relaties goed te kunnen onderhouden (zestig procent) tegen 44 procent van de bedrijven die dat niet doen.
2. Ze gebruiken data voor het ontwikkelen van hun medewerkers
Veel bedrijven vallen of staan met de juiste werknemersvaardigheden en dat is tegelijk dan ook een van de grootste interne uitdagingen voor beslissingsbevoegden in het mkb. Slim omgaan met techniek en data kan helpen bij het ontwikkelen van die vaardigheden, en de tools leveren om de beste beslissingen te nemen. Van de Nederlandse datagedreven mkb-ondernemingen maakt 48 procent gebruik van technologie om de productiviteit te verhogen tegen 22 procent van de bedrijven die geen inzicht hebben in data. Ook zijn ondernemingen die vertrouwen op data, vaker geneigd om te zeggen dat technologie ervoor heeft gezorgd dat de werknemersvaardigheden erop vooruitgingen (55 procent tegen 41 procent).
3. Ze gebruiken data om voorop te lopen op de concurrentie
Data science speelt een steeds grotere rol in de mobile-first, cloud-first-wereld waarin we leven, en de beschikking over gegevens helpt bedrijven dan ook om flexibeler te zijn en hun business op een effectievere, meer schaalbare en innovatieve manier te managen. Van de op data vertrouwende mkb’ers in Nederland is 64 procent ervan overtuigd dat digitale technologie hen helpt innovatiever te zijn, tegenover 59 procent van de bedrijven die data niet in hun voordeel gebruiken.
Datagedreven mkb’ers en digitale disruptie
Uit het rapport ‘The State Of Digital Business, 2015 To 2020’ van Forrester blijkt dat 64 procent van de bedrijven met minder dan 250 medewerkers gelooft in de komende twaalf maanden te maken te krijgen met digitale disruptie. Tegelijkertijd heeft slechts zestien procent er vertrouwen in over de juiste mensen en vaardigheden te beschikken om de digitale strategie van de onderneming uit te voeren.
Een voorbeeld van het enorme potentieel dat data bedrijven te bieden heeft, komt duidelijk naar voren in het projectThe Next Rembrandt. Daarvoor werkte Microsoft samen met ING, reclamebureau J. Walter Thompson Amsterdam, adviseurs van de Technische Universiteit Delft, Het Mauritshuis in Den Haag en Museum Het Rembrandthuis in Amsterdam om een 3D-geprint schilderij te maken, gebaseerd op data uit de Rembrandt-collectie.
Het resultaat is een portret van een man in zwarte, zeventiende-eeuwse kleding met een witte kraag en een hoed, ten overstaan van een vol auditorium. Het schilderij is gemaakt op basis van data van Rembrandts complete oeuvre, waarbij gebruikt is gemaakt van deep learning-algoritmes en technieken voor gezichtsherkenning. Het schilderij bestaat uit 148 miljoen pixels, gebaseerd op 168.263 schilderijfragmenten van Rembrandts hand.
Ron Augustus: “The Next Rembrandt toont een glimp van de mogelijkheden van intelligente data. Data is vergelijkbaar met elektriciteit en heeft de potentie om mensen en bedrijven te helpen meer te bereiken. Het project brengt mijn passies samen: de manier waarop bedrijven effectief kunnen groeien door technologie te gebruiken, en mijn achtergrond in kunstgeschiedenis. Deze werelden komen niet vaak samen.”
Over het onderzoek
Voor dit onderzoek ondervroeg marktonderzoeker Ipsos MORI, in opdracht van Microsoft, in januari en februari 2016 meer dan 6.200 mkb-medewerkers en 482 beslissers in twintig verschillende landen, onder wie driehonderd werknemers en dertig managers van Nederlandse mkb-bedrijven. Alle werknemers voldeden aan bepaalde criteria: ze maakten op hun werkplek gebruik van een bepaalde vorm van mobile computing en/of een computer, en ze werkten voor bedrijven met 250 of minder werknemers. Ook de managers voldeden aan deze criteria en moesten daarnaast verantwoordelijk zijn voor het besluitvormingsproces binnen hun bedrijf. De interviews met werknemers vonden online plaats via het interactieve Ipsos-panel tussen 25 en 29 januari 2016; de managers werden geïnterviewd tussen 1 en 10 februari 2016. De data zijn ongewogen.