Het identificeren van geloofwaardige informatiebronnen en oefenen met het beoordelen van media is nu belangrijker dan ooit. Ouders geven thuisonderwijs en de schermtijd van tieners neemt toe. De hoeveelheid informatie over de coronacrisis is gigantisch. Om ongerustheid en onduidelijkheid te voorkomen is een kritische blik belangrijk. Wat moeten we doen om ervoor te zorgen dat we kritisch omgaan met wat we zien? UNESCO en Twitter schreven er een handboek over en delen een aantal tips om tieners en hun ouders te helpen bij het navigeren door alle informatie online.
Het oude gezegde ‘geloof niet alles wat je hoort of ziet’ geldt nog steeds met betrekking tot de digitale wereld. Tegenwoordig hebben we middelen binnen handbereik om feiten te controleren en de juistheid van informatie te verifiëren.
Het handboek van Twitter en UNESCO bevat ontzettend veel tips. Hieronder vind je alvast een aantal van de belangrijkste vragen om jezelf te stellen wanneer je iets online leest. Vaak vragen we dit onszelf al af, wanneer we het oneens zijn met iets dat we lezen. Alleen stellen we deze vragen bijna nooit als de informatie onze meningen bevestigt.
- Wie?
Wie heeft het gezegd? Is de persoon een academicus of een expert? Hebben ze belang bij de informatie? Zijn ze een voorstander of een campagnevoerder? Zijn ze onafhankelijk en objectief of zijn ze subjectief? Haalt het verhaal een aantal bronnen aan? Komen deze bronnen voor in andere verhalen? Wie heeft de artikel geschreven? Wordt hun naam toegeschreven? Heb je de auteur of de website opgezocht? Zijn de deskundige of de gegevens afkomstig van een gerenommeerde organisatie?
Betrouwbare informatie over COVID-19 tonen heeft voor Twitter prioriteit. Het platform refereert bovenaan de pagina aan overheidsbronnen, wanneer er gezocht wordt naar informatie over het virus. Ook is er een speciale evenementpagina ingericht waar gebruikers van meer dan 30 landen direct betrouwbare informatie kunnen vinden. In deze blog houdt Twitter bij wat het platform doet om gebruikers te helpen betrouwbare informatie te vinden en met welke organisaties Twitter samenwerkt om dit te verwezenlijken.
Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) biedt betrouwbare en actuele informatie over de verspreiding van het virus in Nederland. Op Twitter herhaalde het RIVM voor het nog de restricties om besmettingen te voorkomen. Volg hen op Twitter, of bekijk de website. Ook de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) gebruikt Twitter en hun website om mensen te informeren. Ook probeert de WHO nepnieuws tegen te gaan door geruchten te ontkrachten.
De WHO heeft een draadje aangemaakt waarin ze vragen beantwoorden die zijn opgesteld naar aanleiding van geruchten. Zo werken bijvoorbeeld knoflook en mondwater niet preventief tegen het virus.
- Wat?
Wat zeggen ze? Zijn er bijbedoelingen? Wat is de context? Wat voor soort verhaal is het? Lijkt het op clickbait? - Waar?
Waar hebben ze het gezegd? Is het een gerenommeerde bron? Is het een satirische website, zoals De Speld? Is het een openlijk subjectieve website? Waar komt dit verhaal nog meer aan bod? Heb je de ‘Over’ sectie van de website gelezen om de missie ervan te identificeren?
Zo is het bovenstaande artikel een satirisch grapje van De Speld. Voor iemand die niet bekend is met de satirische website, lijkt het artikel op het eerste gezicht echt.
- Wanneer?
Wanneer hebben ze het gezegd? Wanneer is het gepubliceerd? - Waarom?
Waarom werd het gezegd? Waarom zie je het nu in je tijdlijn? Is het nodig om actie te ondernemen? - Hoe?
Hoe is het geschreven? Gebruiken ze overmatige interpunctie of hoofdletters? Heeft het een clickbait titel? Staat er zoiets als ‘de media/de gevestigde orde/anderen willen niet dat je dit weet’?
Samen met UNESCO media- en informatiegeletterdheid vergroten
‘Als open platform voor publieke gesprekken heeft Twitter altijd gepleit voor vrije meningsuiting en vrije informatiestroom online. Deze complementaire beloften komen samen wanneer we het hebben over media- en informatiegeletterdheid,’ zegt Ronan Costello, Senior Public Policy Manager bij Twitter. ‘We hopen dat dit handboek lerareneducatoren, studenten en andere Twittergebruikers helpt om te navigeren in een steeds ingewikkelder wordende mediaomgeving. We kijken uit naar een verdere samenwerking met UNESCO over hoe media- en informatievaardigheden mensen – vooral de jongere generaties – in staat kunnen stellen om zich kritisch bezig te houden met de content die ze online zien.’