In de eerste helft van de jaren ’90 vlogen jonge gamers elkaar in de spreekwoordelijke haren en was niets belangrijker dan het kiezen van een zijde. Je was immers voor Sega óf Nintendo, Sonic the Hedgehog óf Super Mario, terwijl de strijd in het beat-em-up-genre vooral ging over Streets of Rage óf Final Fight. Maar laten we eerlijk wezen; Final Fight is zeker vermakelijk, maar het is geen franchise die zich zo lekker laat bespelen als Streets of Rage. Het laatste deel uit Sega’s beat-em-up kwam uit in 1994 en is daarna verdwenen uit het gaming-landschap, totdat twee jaar geleden ineens een opvolgers werd aangekondigd. Weet Streets of Rage de gamer van vandaag nog wel te vermaken?
De eerste Streets of Rage kwam uit voor Sega’s Mega Drive in 1991 en was overduidelijk een antwoord op Capcom’s Final Fight, dat twee jaar eerder speelbaar was. Mocht je de luxe hebben beide series thuis te kunnen spelen, kun je duidelijk zien dat de mensen van Sega aandachtig hebben gekeken. Sommige vijanden lijken zelfs een op een overgenomen te zijn, waaronder die punk-gast (Signal) die je ook slidings ziet maken in Final Fight. Misschien is het een persoonlijke voorkeur, maar toch durf ik te stellen dat de Streets of Rage-serie veel soepeler speelt en leuker is om je een weekend mee op te sluiten. Zelf heb ik in de afgelopen zesentwintig jaar, na de release van het laatste deel, bijna wekelijks nog een snel potje Streets of Rage 2 gespeeld en ik deed dat telkens met veel plezier.
Waar was de serie?
Waarom het eigenlijk zo stil is geweest rondom de Streets of Rage-franchise heeft te maken met een aantal factoren. Allereerst viel het derde deel een beetje tegen en wist het fans niet zo te bekoren als het superieure tweede deel. Daarnaast stonden we in 1994 aan de vooravond van de 3D-revolutie en moesten allerlei klassieke series de overstap naar de derde dimensie maken. Die transformatie was niet gemakkelijk en vele franchises faalde dan ook keihard om de geliefde 2D-gameplay in een 3D-jasje te steken. Nu is er natuurlijk helemaal niets mis met een goede 2D-game, maar daarvan hadden ‘we’ er inmiddels genoeg voorbij zien komen in de voorgaande jaren.
Sega zelf had de grootste moeite met het overzetten van hun franchises en dat resulteerde in een matige support voor deze games op Sega’s 32 bit-console, de Sega Saturn. Zo heeft Sega niet eens één fatsoenlijke Sonic-platformgame weten uit te brengen in die tijd en was Streets of Rage nergens te bekennen. Waar Nintendo uiteindelijk zijn franchises succesvol omzette in 3D-toppers, bleef het stil bij Sega. Dit wil niet zeggen dat ze het niet hebben geprobeerd, want om eerlijk te zijn hebben verschillende ontwikkelteams gewerkt aan een nieuwe Streets of Rage. Die projecten kwamen soms niet van de grond, terwijl het in andere gevallen werd uitgebracht onder een andere naam. Zo zou Fighting Force begonnen zijn als een gepitchte Streets of Rage 4-demo, maar Sega gaf aan zelf bezig te zijn met een opvolger. Dat project is waarschijnlijk veranderd in Spike Out, maar het beat-em-up-genre maakte een slechte overstap naar 3D.
Je zou je natuurlijk kunnen afvragen waarom men niet gewoon een 2D-sequel heeft gemaakt, maar ik weet zeker dat veel gamers het toen meer van hetzelfde hadden gevonden. Nu retro juist een bewuste stijl kan zijn in games, lijkt de tijd rijp voor een heerlijke revival van een hoop oude game-franchises. Mijn Sega-hart doet pijn als ik zeg dat Sega zelf eigenlijk vaak niet in staat blijkt om hun eigen oude games respectvolle terugkeer te geven en dat zag je bijvoorbeeld terug bij Sonic Mania. Waar het Sonic-team al jaren probeerde iets leuks van hun eigen serie te maken, bleek een onafhankelijke studio beter te begrijpen wat een Sonic-game zo leuk maakt. Het lijkt erop dat ze dit ook hebben begrepen bij Sega en het is fijn om te zien dat ze ook de ontwikkeling van hun Streets of Rage-franchise uit handen hebben gegeven, want het resultaat is een schot in de roos.
Streets of Mania
Streets of Rage 4 brengt de bekende oude gameplay van de serie terug en heeft daarnaast een frisse look gekregen. Dotemu, Lizardcube en Guard Crush Games zijn met zijn drieën verantwoordelijk voor de ontwikkeling van de game en hebben gekozen voor een andere aanpak dan de ontwikkelaar achter Sonic Mania. Laatstgenoemde game liet zich kenmerken door graphics die deden alsof je de game speelde op een Sega Mega Drive, terwijl het allerlei andere visuele snufjes toevoegde. De graphics van Streets of Rage 4 zijn meer modern en bijzonder strak weergegeven met gave details en fraaie lichteffecten. Hierdoor is het werkelijk een feest om je een weg door de game te slaan, al is het alleen al om te zien wat voor fraaie omgevingen op je staan te wachten. Hoewel de game erg fris oogt en van je beeldscherm afspat, weet het toch de juiste sfeer en stijl neer te zetten die bij de game past.
Er is ook een overeenkomst met Sonic Mania en dat merk je tijdens het spelen van de beide games. Mooie beelden zijn natuurlijk erg fijn, maar als de gameplay je niet weet te vermaken zul je toch snel uitgekeken raken op al dat moois. Beide games komen uit een genre die zijn tijd wel gehad leek te hebben en ondanks dat weten beide games je regelmatig op verrassende manieren te prikkelen. Hierbij gaat het vooral om grappige toevoegingen aan de klassieke gameplay en originele momenten die ervoor zorgde dat ik met een brede grijns zat te spelen. Het zit hem in kleine dingen, waaronder de omgevingen waar de gevechten plaatsvinden. Zo vecht je op een rijdende trein en moet je soms over een balk heen springen, terwijl je aan het vechten bent. Ook zullen je vijanden hier overheen moeten springen, want ook zij kunnen geraakt worden door dat soort gevaren. Elk level weet dit soort pure Streets of Rage-momenten weer op een frisse manier te gebruiken voor logische situaties, al kan ik mij voorstellen dat vechten op een rijdende trein voor jou geen logische situatie is.
Je kunt dit keer de vuisten, voeten en knieën van een aantal oude bekenden in het gezicht of maag van een aantal oude bekende vijanden rammen. Zo is Axel terug; voor hem hebben de jaren ook niet stilgestaan sinds 1994 en is hij voorzien van een hippe baard, maar hij vecht nog steeds alsof hij een jonge gozer is. Natuurlijk ken je ook Blaze nog en zul je hier een daar nog meer ouder bekenden tegenkomen die je kunt unlocken. Deze groep is verder aangevuld met nieuwe personages, waaronder Floyd – een wat trage gast met ijzeren armen, zoals Jax heeft in de Mortal Kombat-games. Het is leuk om met verschillende vechters aan de slag te kunnen gaan en ze zien er niet alleen anders uit, maar hebben ook specifieke verschillen in gameplay. Waar Floyd langzaam is en krachtig, is Cherry lekker snel en wendbaar, maar ik speel meestal met Axel. Je hoeft overigens geen grote hoeveelheid moves te onthouden, want de knoppencombinaties zijn bij alle personages hetzelfde. Dit maakt het makkelijker om van personages te verwisselen, maar door het verschil in snelheid en kracht zul je toch de gevechten anders moeten benaderen.
Geniale soundtrack
Wat naast de gameplay ook altijd zo goed was aan de series, is de geweldige soundtrack die bij elke game hoort. Van jazz-achtige tracks in het begin tot aan de bijna gabber-achtige beats aan het einde; de muziek weet je weer op te zwepen als het vroeger deed in de serie. Dit keer ligt de muziek in hoofdlijnen in handen van Olivier Deriviere, die eerder muziek maakte voor Alone in the Dark (2008). Zodra je tegen een eindbaas vecht in Streets of Rage 4 zul je muziek voorbij horen komen die uit de heerlijke koppen komt van oude bekenden als bijvoorbeeld Yuzo Koshiro, die verantwoordelijk was voor de geweldige soundtrack van de serie in de jaren ’90. Eigenlijk was hij in eerste instantie helemaal geen onderdeel van het ontwikkelteam, maar wilde hij graag meewerken nadat hij een demo van Streets of Rage 4 zag en behoorlijk onder de indruk was. Verder hebben ook Yoko Shimomura (Street Fighter 2), Keiji Yamagishi (Ninja Gaiden 1988) en zelfs Harumi Fujita (Final Fight) hun muzikale bijdrage geleverd. Met dit soort namen begrijp je dat de muziek geweldig zou moeten zijn en het stelt dan ook nergens teleur. Mocht je toch liever gebruik willen maken van de soundtracks van de eerdere Streets of Rage-games, dan kun je dat aangeven in de opties.
Het verhaal zo dun als een pannekoek
Het verhaal speelt zich tien jaar later dan Streets of Rage 3 af en zorgt ook in dit weer voor een excuus om te gaan knokken tegen allerlei verschillende achtergronden. Boten, treinen, gevangenissen en zelfs een heus concert zorgen nu voor de ultieme plekken om hordes mannen en vrouwen helemaal tot gort te slaan. Mr. X was al eerder verslagen en dus moeten we het nu opnemen tegen zijn tweelingkinderen (Mr. en Mrs. Y). Een gedetailleerd en complex verhaal zou alleen maar van de actie afleiden en daarnaast niet staan in een game uit dit genre. Ondanks dat ik al bijna dertig jaar rondloop in de wereld van Streets of Rage, ik heb mij nog nooit beziggehouden met het verhaal. Alsof ik een reden heb om al dat criminele gespuis in het gezicht te slaan!
De Story Mode van Streets of Rage 4 heb je binnen een uur uitgespeeld, vooral als je met z’n tweeën bent. Natuurlijk lijkt dat wat kort, maar het past prima bij een game als deze. Daarna speel je het nog een paar keer uit met de andere personages en de hogere moeilijkheidsgraad. Vind je dat na een tijd ook geen uitdaging meer? Dan kun je helemaal losgaan in de Arcade Mode, waarbij je maar 1 leven hebt en daarmee het hele spel moet uitspelen. Eigenlijk is Streets of Rage 4 helemaal geen game die je uren achter elkaar moet spelen, maar toch betrap ik mijzelf op hele middagen of avonden die ‘verloren’ worden. Op het moment dat ik even klaar was om in mijn eentje (terwijl mijn vrouw meekijkt), krijg ik een online uitnodiging van een vriend en besluiten we voor deze review de game online te testen. Op die manier blijkt de game constant mij te voorzien in een behoefte aan fun gameplay en strakke controls.
Tijdens de gameplay merk je als oude fan dat men heeft nagedacht om het spel te verbeteren, zonder de charme van de originele trilogie te verliezen. Ze heb je net als vroeger een special move, waarbij je veel rake klappen kunt uitdelen aan je tegenstander of waarmee je je even los kunt maken van een groep tegenstanders die jou heeft omcirkeld. Deze special move is erg handig natuurlijk, maar in de originele trilogie ging deze altijd ten koste van je levensbalk. In Streets of Rage 4 krijg je na zo’n move de kans dit niet te laten gebeuren door middel van geen extra schade op te lopen. Zodra een vijand je na deze move raakt, raak je alsnog dat stuk van je levensbalk kwijt, terwijl je die blijft behouden als jij na de special move zélf rake klappen uitdeelt. Er zijn veel verschillende wapens die je kunt oppakken en gooien, maar ook daar zit een nieuwe, welkome twist aan. Zo kun je het wapen weer vangen nadat het via de smoel van de tegenstander weer jou kant opkomt. Het lijkt een kleine verandering, maar het weer vangen van zulke wapens voegt een extra ritme toe aan je knokpartijen, maar bepaalde tegenstanders kunnen deze wapen is ook vangen.
Blijf met je klauwen van die kip af!
Zodra je met zijn tweeën speelt kun je elkaar nog steeds schade toebrengen, net zoals vroeger, maar ook hier is een kleine aanpassing. Zo kun je elkaar niet raken als je vijanden gooit en dat kan resulteren in een stuk minder ruzie met je vrienden. Wat uiteraard nog wel steeds uit kan lopen in gebroken vriendschappen zijn de items die je in tonnen en andere objecten kunt vinden. Zo kun je met een appel (of is het nou een taart?) een gedeelte van je levensbalk terugkrijgen, terwijl die balk met een kip weer volledig gevuld wordt. Zodra je zo’n kip echter oppakt terwijl je hem niet nodig hebt, zal de kip gewoon verdwijnen en kan het zomaar zijn dat jou metgezel die wel nodig had. Er is altijd wel een gast die je kent die doodleuk alle dingen die hij tegenkomt oppakt, terwijl jij het juist nodig had. Gelukkig zijn mijn Xbox-vrienden van het heden een stuk socialer in dat opzicht als je ze vergelijkt met mijn Sega Mega Drive-vrienden en overleggen ze netjes over wie wat van de grond afpakt.
Conclusie
Nu ben ik een regelrechte Streets of Rage 4-fan, zonder dat ik posters of tattoos heb, maar dat betekend niet dat ik niet kritisch op iets kan zijn. Toch vind ik het maar erg lastig negatieve dingen te vinden in de game en durf ik zelfs te stellen dat dit de beste deel uit de serie is. Er zitten veel oude bekenden in, terwijl nieuwe vijanden ook meteen passen in het Streets of Rage-universum. De muziek is geweldig, de graphics fris en bij vlagen erg mooi. Ja, het spel is kort als je het vergelijkt met moderne AAA-games. En dat is het precies; waar deze serie vroeger gezien werd als AAA-game, blijken de ontwikkelaars prima in te zien dat een AAA-behandeling alleen maar zou afdoen aan het verouderde genre. Streets of Rage 4 neemt zichzelf niet te serieus en weet precies de vinger te leggen op wat de game zo leuk maakt om te spelen. Deze game is leuk voor iedereen en zal nieuwkomers net zo gaan bekoren als de die-hard fans.