Het is toch alweer een goede elf jaar geleden gok ik dat Diablo 3 uitkwam, een game die eigenlijk nog steeds heel populair is en daarbij een flinke schare fans. Daarnaast is de Diablo-franchise van Blizzard populairder dan ooit, met zelfs een recente hit op het mobiele platform in de vorm van Diablo Immortal die op een gegeven moment bijna $1 miljoen per dag verdiende. Na de onthulling in 2019 is de actie-rolspeelserie eindelijk terug met zijn vierde hoofdgame, getiteld Diablo IV.
Alles waar fans zo van hielden in deze fantasy hack-and-slash dungeon crawler, met zijn epische strijd tussen hemel en hel, is volop aanwezig in het nieuwe spel. Daarbij kan je ook nog eens met vier spelers samen de uitgestrekte wereld van Sanctuary verkennen, die momenteel wordt overheerst door de recentelijk herrezen demon Lilith.
Deze keer is er keuze uit vijf zeer verschillende personageklassen: de Barbarian, Sorcerer, Druid, Rogue en Necromancer. Elke klasse beschikt over een unieke set vaardigheden die zich gaandeweg ontwikkelen en dynamische strategieën in gevechten mogelijk maken. Je zal zien dat als je een karakter maakt, je deze gaande weg weer bewerkt, alle skillpoints terug haalt en weer opnieuw alles verdeelt, althans zo ging ik te werk.
Om de serie naar het moderne tijdperk te brengen, is het hele gebied van Sanctuary, bestaande uit vijf regio’s, zonder laadtijden te verkennen. Wanneer spelers niet bezig zijn met het verslaan van het leger van Lilith, zijn er talloze willekeurig gegenereerde dungeons om te verkennen, zijmissies om te voltooien en zelfs live-evenementen die tientallen uren kunnen duren voor volledige voltooiing. Diablo IV legt meer nadruk op de gemeenschapsaspecten dan ooit tevoren en biedt spelers de mogelijkheid om quests alleen te voltooien, online met vrienden samen te werken (of lokaal via couch co-op op consoles) en zelfs clans te vormen.
Als we dan nog even de klasse bekijken, de Barbarian, Sorcerer, Druid, Rogue en Necromancer voelen allemaal verschillend genoeg aan om een verschil te maken op het slagveld. Wij kozen voor de Necromancer, deze heeft voor mij iets nostalgisch, maar het is natuurlijk altijd lekker dat je in het begin een leger skeletten kan oproepen om voor je te vechten. Maar zoals ik al zei, we switchen ook, zo kan je dus voor een bone build gaan, blood, of shadow. Het is zo vet om hiermee te experimenteren. Het laten ontploffen van lijken is zo chill, als je in co-op speelt en je maatje laat wat lijken achter en jij ga erop los door die te laten exploderen, je krijgt een zee van geweld op je scherm. Daarbij vul je elkaar zo lekker aan.
Dat betekent niet dat de andere klassen niet leuk zijn om te gebruiken. Barbarians zijn nog steeds geweldig voor degenen die gewoon toegang willen hebben tot brute kracht. Spelers die zowel bekwaamheid in melee-gevechten als serieuze magische krachten willen balanceren, kunnen de vorm veranderende Druid-klasse waarderen. Sorcerers zijn ideaal voor spelers die volledig op magie willen vertrouwen. De klassen worden afgerond met de hypermobiele en verraderlijke Rogue-klasse, die dodelijk kan zijn op zowel korte als lange afstanden. Mijn maatje koos voor de Rogue build uiteindelijk, dit is genieten geblazen om te zien. Als hij een dungeon binnen loopt vliegen de lijken je in het rond. Waar ik dacht ow die klasse is zwak, lijkt het misschien wel één van de sterkste te zijn.
Alle keuzes van klassen dragen bij aan gevechten die zowel meeslepend als tactisch zijn. De snelle aard van het gevecht maakt zelfs de dood veel minder frustrerend. Als je sterft, word je gewoon teruggeplaatst naar het laatste controlepunt, met als consequentie dat je wapens slijten. Hoewel het aantal vijanden waartegen je tegelijkertijd vecht in latere delen van de hoofdcampagne wat overweldigend kan worden, ziet het er geweldig uit en voelt het geweldig zodra je in een ritme komt. De chaos wordt nog groter zodra er drie andere spelers bij betrokken raken. Voor degenen die moeite hebben om vrienden te vinden om mee te spelen, is er zelfs een in-game systeem om zich bij clans aan te sluiten.
Net als eerdere games in de serie voelt bijna elk overwinning gevend gevecht zeer lonend in termen van ervaringspunten en buit. Bijna elk ander gevecht zorgt ervoor dat spelers wapens, pantser en sieraden verwisselen om hun personage nog sterker te maken. Die wapens kunnen worden geüpgraded door smeden te bezoeken in verschillende steden en sommige kunnen sockets hebben die kunnen worden gevuld met stenen voor buffs. Daar bovenop komt het gevoel van constante ontwikkeling van je personage door het uitgebreide vaardighedensysteem dat nieuwe vaardigheden en buffs biedt zodra spelers een nieuw niveau bereiken.
Vergeleken met de meer kleurrijke esthetiek van Diablo III, heeft Diablo IV bewust een donker en somber uiterlijk. Het kunstontwerp is hier prachtig verschrikkelijk, van de personages tot de wereld van Sanctuary, en het straalt een situatie uit die volkomen hopeloos aanvoelt. Dit alles komt echt tot leven dankzij een fenomenale engine die niet alleen de eerste echte open wereld in de serie mogelijk maakt, maar ook prachtige visuals biedt, zowel tijdens het spelen als in tussenfilmpjes. Afgezien van laadtijden bij het betreden van kerkersecties, vloeit elke regio soepel over in de volgende zonder vertraging. Voor het eerst in de Diablo-serie zijn er verschillende hoogtetypes buiten trappen, wat meer diepte aan de gebieden toevoegt. Als leuk detail bevatten sommige gebieden zelfs de mogelijkheid om verschillende vergezichten te bekijken als een manier om de omvang te laten zien.
Speelbare en niet-speelbare personages hebben allemaal geweldige details die tot hun recht komen tijdens de vele in-engine tussenfilmpjes die worden afgespeeld tijdens de hoofdcampagne. De texturing ziet er simpelweg prachtig uit en zit vol details, van de verschillende aanpasbare stukken uitrusting tot loopoppervlakken. Zelfs de animatie is van topklasse tijdens deze momenten en tijdens gevechten. De verlichting is prachtig, aangezien de regio’s dag-en-nacht cycli hebben die het uiterlijk behoorlijk kunnen veranderen, naast mooie schaduweffecten. Dat nog los van verschillende weersveranderingen die kunnen plaatsvinden in verschillende regio’s.
De gevechten die we mee maakte liepen eigenlijk allemaal soepel, ongeacht het aantal karakters dat je op je scherm ziet, ook met de hoeveelheid effecten, spreuken en klappen die er worden uitgedeeld. Ik heb nergens een stukje hapering ervaren. Wij speelde game dan op de Xbox Series X en dat is gewoon een genot.
Natuurlijk is het niet allemaal top, het kan namelijk soms een beetje overweldigend zijn al die karakters op je scherm. Zeker als je een paar Elite vijanden tegen je krijgt. Je hebt dan te weinig ogen om overal op te letten en ineens ben je dood. Het is soms een klein beetje frustrerend, zeker als je alleen speelt. Maar verder dan dat ga ik hier toch best goed op hoor.
De drijvende kracht achter de voortgang van spelers in de wereld van Diablo IV is het hoofdverhaal van de campagne en de verslavende drang om betere buit te krijgen. Met ongeveer 30 tot 40 uur aan speeltijd zitten de hoofdmissies vol genoeg variëteit naast het meeslepende verhaal dat op zichzelf goed werkt. Er zijn genoeg gevechtsscenario’s om betrokken te blijven terwijl je personage betere uitrusting krijgt en sterker wordt via het vaardigheidsboom.
Spelers die van het hoofdverhaal af willen wijken en zijmissies of kerkeruitdagingen willen aangaan, kunnen zich ook in een betere positie bevinden om de moeilijkere missies aan te kunnen die later in het spel komen. Het verkennen van kerkers is waarschijnlijk de beste manier om dat te doen, aangezien veel zijmissies meestal draaien om het verzamelen van voorwerpen of het beschermen van niet-speelbare personages (NPC’s), het verdedigen van NPC’s en het bevechten van bepaalde vijanden gedurende een bepaalde periode.
Als je het totaal plaatje gaat bekijken is Diablo IV echt een heerlijke herintroductie van de Hack en Slash voor mij. Een game waar veteranen weer terug voor komen en nieuwe mensen gaan instappen. De game heeft een goeie instap graad en zal voor iedereen ook welkom zijn. Ondanks dat de zijmissies misschien wat herhalend kunnen aanvoelen, is de story mode de moeite waard en zeker gecombineerd met de visuals.