Ori and the Will of the Whisps is het tweede deel van de geprezen Ori-franchise en terwijl de franchise nog vrij jong is zijn de verwachtingen hooggespannen. Het eerste deel, Ori and the Blind Forest, blonk uit in adembenemende beelden, soepele gameplay en een meeslepend verhaal. De vraag is natuurlijk of ontwikkelaar Moon Studios ook van het tweede deel een onvergetelijke klassieker weet te maken.

Vijf jaar geleden kwam het prachtige Ori and the Blind Forest uit en dat was een titel die Xbox One goed kon gebruiken, aangezien de exclusives niet altijd van hoge kwaliteit bleken op Microsoft’s console. Zodra je die game opstartte werd je meegenomen naar een prachtig vormgegeven wereld die niet onderdoet voor een fraaie tekenfilm met volwassen thema’s. Mijn dochter wilde graag meekijken en zij voelde zich al snel verbonden met de personages in de game. In het begin werden er door haar zelfs meerdere tranen gelaten voor de ontroerende gebeurtenissen en daardoor kreeg de game voor mij een extra laag emotie. Hoe vaak ben je nu werkelijk emotioneel geworden van een game? Laat staan dat je samen met je dochter speelt en zij heel goed aan kan voelen wat er gaande is. Inmiddels hebben we samen al aardig wat games gespeeld, maar zo’n emotionele band heeft ze verder met geen andere game ervaren. Ja, ze speelt graag Minecraft en daarnaast vind ze het geweldig om rond te scheuren in Forza Horizon, maar het is best een prestatie van Moon Studios om zonder al te veel tekst een emotie zo sterk kan neerzetten in een game.

Uiteraard blijf ik een beetje vaag over het begin van het origineel, omdat er nog genoeg mensen zijn die die game nog niet hebben gespeeld. Het weggeven van zo’n spoiler zou voor een nieuwe speler de ‘pret’ bederven en de impact van de game is dan stukken minder. De gameplay van Ori and the Blind Forest was daarnaast is ijzersterk en werd na verloop van tijd behoorlijk pittig. De getekende graphics van het origineel waren al prachtig vormgegeven en samen met de fraaie lichteffecten kreeg het geheel een vrij hoge productiewaarde. Moon Studios werd opgericht in 2010, maar met de release van Ori and the Blind Forest zette de verse studio zich met hun eerste product meteen stevig op de kaart van de game-industrie. Na zo’n succes is het altijd lastig dit te overtreffen met een volgend product, maar het lijkt erop dat ze daar grotendeels in geslaagd zijn. Ori and the Will of the Whisps werd door veel Xbox- en PC-bezitters getipt als topper en dus waren de verwachtingen torenhoog gespannen.

Het begin

Het eerste wat mij opviel tijdens het begin van Ori and the Will of the Whisps is dat de graphics nu nog fraaier zijn dan voorheen. Er is veel meer detail te zien en het aantal lagen dat voor de achtergrond van de game moeten zorgen is uitgebreid. Hierdoor krijg je nog meer gevoel van diepte en bij vlagen is het net alsof je in een oneindige kijkdoos kijkt, als je begrijpt wat ik bedoel. De kleuren zijn weer even fraai als donker, even mooi als onheilspellend en de lichteffecten zorgen er nog meer dan voorheen voor dat alles bij elkaar een genot is om naar te kijken. Het is prettig dat men heeft gekozen voor een lichtgevend uiterlijk van het hoofdpersonage, waardoor het Ori makkelijk te volgens is in al die duisternis. Ook de vijanden in de game hebben meestal lichtgevende kleuren en daardoor is het vechten met deze figuren een soort spektakel van lichten en andere effecten. Naar mijn idee is het echter hier en daar wel erg donker en heb je alsnog soms moeite met het volgen van de actie tijdens deze gevechten. Gelukkig ben je meer aan het platformen dan aan het vechten, waardoor dit niet een te groot probleem wordt.

Het verloop van het verhaal volgt dezelfde wegen als het origineel, al begint het allemaal wat minder emotioneel. Het is nog steeds goed te volgen, ondanks dat er weinig tekst of spraak aan te pas komt. Dat is de kracht van Moon Studios lijkt het; show, don’t tell. Een verhaal komt vele malen sterker over als je het meemaakt, dan dat het door iemand verteld wordt en ook in Ori and the Will of the Whisps zul je weer meegenomen worden door animaties en sfeer in de game. De verrassing is er echter inmiddels wel vanaf en daardoor heeft het allemaal wat minder impact. Waar in het eerste deel het gevoel van eenzaamheid overheerste als ‘drive’, mis je deze bijzondere emotie en voel je minder natuurlijke druk om verder te komen in het spel. Dan nog blijft er een fraaie platform-game over, al was het juist dat gevoel van eenzaamheid dat het verschil maakte ten opzichte van andere platformers.

Het is overigens niet zo dat de wereld van Ori and the Will of the Whisps een vrolijke aandoening is, want ditmaal sterft het bos uit en is er een enorme vogel die Ori dwarszit in zijn avontuur. Dit keer zijn er veel meer andere personages die zo hun verhaal te vertellen hebben en hierdoor kom je meer te weten over het bos, de vogel, maar ook over Ori zelf. Het is prettig dat er wat meer aandacht is besteed aan het universum van Ori zelf en deze gesprekken geven je ook weer nieuwe missies om te voltooien.

De Gameplay

Ori and the Will of the Whips is in essentie een pure platformer met actie-elementen, net zoals zijn voorganger. Echter, in het tweede deel zit een gevarieerder vechtsysteem en kun je telkens drie krachten aan je knoppen toewijzen uit een best wel grote lijst van verzamelde krachten. Hierdoor krijgt het een licht RPG-sausje en moet je soms even nadenken welke kracht je bij welke tegenstander moet gebruiken. Toch werken de meeste krachten op de meeste tegenstanders en maakte ik het meeste gebruik van de helende krachten die je al vrij vroeg in de game tegenkomt. Deze tegenstanders variëren van behoorlijk simpel tot behoorlijke pain in the ass en meestal is het onthouden van de vijandelijke patronen belangrijker dan de gekozen krachten. Hier had wat mij betreft wat meer puzzel-achtige randjes aangezeten, maar in het is nu ook weer niet zo dat je niet zult puzzelen in Ori and the Will of the Whisps. Het puzzelen zit hem vooral in de omgevingen en de platforms die op het eerste gezicht onbereikbaar lijken.

Je zult meerdere malen backtracken in alle hoeken en gaten en je afvragen waar je nu eigenlijk in hemelsnaam heen moet. Meestal komt het neer op een klein item, dat ergens verstopt is en zich soms pas laat zien als je er in de buurt bent. Nu speel ik platformers sinds 1986 en raak ik niet zo heel snel de weg kwijt, maar gedurende het hele spel was ik meer aan het backtracken dan dat ik lief heb. Nu kan het zijn dat je dit leest en je hardop zal afvragen wat daar nu niet leuk aan is, maar dit is dan ook puur persoonlijke voorkeur. Natuurlijk kan ik mij prima voorstellen dat er gamers zijn die smullen van veel zoeken in een game, maar op den duur gaat het ten koste van mijn motivatie. Gelukkig werkt het platformen zelf bijzonder goed en daardoor kun je, net als in andere klassieke platform-games, alleen jezelf de schuld geven als je bepaalde sprongen niet haalt. Ook de combat zit aardig in elkaar en dwingt de game je om goed na te denken over de situatie die je wachten staat. Je kunt niet zomaar blind op alle vijanden afstormen, want dan zul je van een koude kermis thuiskomen en ontzettend snel je dood tegemoet gaan.

De wereld van Ori and the Will of the Whips is stukken groter dan die van zijn voorganger en dat zie je ook terug in de speelduur van de game. Zelf ben ik zo’n 13 uur met de game aan de slag geweest om het einde te bereiken, maar daarvan heb ik wel de nodige tijd lopen zoeken en backtracken. Misschien dat jij daar sneller doorheen loopt, maar al met al is het avontuur zo goed als twee keer zo groot en lang als Ori and the Blind Forest. Tijdens die tijd gaan een aantal dingen je opvallen, waaronder de meer gevarieerde omgevingen en steile moeilijkheidsgraad. Elke keer als jij een nieuwe kracht hebt gevonden lijkt de game weer iets moeilijker te worden, al wordt het nergens onmogelijk. Wat ook opvalt is dat je tegen het einde aan wel klaar bent met de vijanden, omdat er op den duur weinig variatie inzit. Je zou kunnen stellen dat deze Ori wat lang van stof is en daardoor een beetje kan gaan vervelen, maar het kan zomaar zijn dat jij het daar totaal niet mee eens bent. Wat mij vooral verder liet spelen waren de fraaie graphics en omgevingen, waardoor ik de game toch weer oppakte. Telkens vroeg ik mijzelf weer af met wat voor indrukwekkende beelden en ontwerpen Moon Studios nu weer zou komen aanzetten. In dat aspect zie je dat de ontwikkelaar enorm getalenteerd is en ik ben erg benieuwd wat men nog meer uit hun hoge hoed zoude kunnen toveren met een andere franchise.

De graphics en performance

Zoals je inmiddels wel hebt begrepen, is Ori and the Will of the Whips een werkelijk prachtige game met veel gevoel voor sfeer. Het bos ziet er fraai uit met verschillende lagen van diepte. Door het kijkdoos-effect vormen deze lagen samen een meesterlijk schouwspel van donkere en felle kleuren. Er gebeurt daarnaast altijd wat op de voor- of achtergrond, zoals dieren die door bomen kruipen of bladeren die door de wind van de bomen afvallen. Door het dichtgegroeide bos komt er soms maar een gelimiteerde lichtval door de bomen heen, maar het is altijd net genoeg om toch nog wat te kunnen zien. Hierdoor krijgt het bos een onheilspellende sfeer, maar zorgt het er ook voor dat jij je klein voelt in een grote wereld vol gevaarlijke dieren. Ori licht zelf wat op, net als zijn tegenstanders en dat samen geeft het spel een orgie van fraaie lichteffecten. Het is typisch zo’n game die je laat zien aan mensen die normaal gesproken niet game, omdat de fraaie beelden veel aantrekkingskracht hebben. Daarnaast zou je kunnen stellen dat het hele aanzien pure kunst is en dat is een geweldige prestatie van zo’n relatief jonge studio.

Al die pracht en praal lijkt overigens wel voor een prijs te komen, want de performance van Ori and the Will of the Whisps krijgt om de haverklap een dreun. Regelmatig voel je de instabiele fps dalen en komt de game vaak erg schokkerig over. Deze game werd door mij op een Xbox One X gespeeld en ik verbaasde mij over de slordige frame rate. Hierdoor komen de lichteffecten minder fraai over, maar het belangrijkste is dat hierdoor ook het platformen en vechten zelf problematisch kan worden. Het haalt je uit ‘de flow’ en zorgt voor onbedoelde chaos tijdens de gevechten, terwijl je juist daar de beschikking wilt hebben over een vloeiende frame rate. Het ding is overigens wel dat bijvoorbeeld mijn dochter daar niets van ziet en ook mijn vrouw zag er weinig problemen in. Toch, als doorgewinterde gamer, merk je dit wel degelijk en ga je toch nadenken of je niet liever iets minder details on de omgeving had gehad, zodat de frame rate wat stabieler kan zijn. Het zal allemaal vast wat genuanceerder liggen en games als deze hoeven echt niet altijd 60 fps te lopen, maar hoe hoog of laag de frame rate ook is, het belangrijkste bij dit soort games is dat deze stabiel is. Tijdens mijn speeltijd is de game ook meerdere malen gecrasht en dat kan niet de bedoeling zijn geweest. Wie weet worden deze problemen met de perfomance van de game nog verholpen door middel van een patch, maar je merkt gewoon dat de game worstelt met al die pracht en praal op je scherm te toveren.

Related Posts

0 0 stemmen
Artikelbeoordeling
Abonneer
Laat het weten als er
0 Reacties
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties
0
Zou graag je gedachten willen weten, laat een reactie achter.x