In 2020 bracht DJI de Mini 2 uit, waarbij veel van de kritiek op de originele Mini werd aangepakt. Echter, er waren nog enkele gewenste functies die ontbraken, zoals ActiveTrack waarmee de drone automatisch een onderwerp kan volgen tijdens het vliegen.
Vervolgens introduceerde DJI de Mini 3 Pro, die alle geavanceerde functies had, maar ook een hoog prijskaartje. Maar nu heeft DJI de Mini 3 uitgebracht, een meer betaalbare optie.
Hoewel de Mini 3 op veel manieren vergelijkbaar is met de Mini 3 Pro, mist het nog steeds enkele van de beste functies. Dit lijkt echter opzettelijk te zijn gedaan, omdat er een reden moet zijn om toch de duurdere Pro-versie aan te schaffen.
De vraag is, moet je een Mini 3 kopen of niet? En dat is een vraag die je kunt beantwoorden zodra je de rest van deze review hebt gelezen.
Kenmerken en ontwerp
Weegt <249 g Tot 38 minuten vluchttijd met ultra lichte batterij Compatibel met RC-N1 en DJI-RC afstandsbedieningen Zij aan zij, is het niet gemakkelijk om de verschillen te zien tussen de Mini 3, zijn voorganger (de Mini 2) en zijn grote broer, de Mini 3 Pro.
Ze hebben allemaal dezelfde vormfactor met inklapbare armen, een drie-assige gimbal die de camera stabiel houdt en een batterij die in de achterkant past.
Ze wegen allemaal minder dan de cruciale drempel van 250 g, wat betekent dat ze vrijgesteld zijn van registratie in sommige delen van de wereld, en in die gebieden waar het nog steeds moet worden geregistreerd, vrijgesteld zijn van pilotenexamens.
Je kunt alle drie de drones veel vrijer vliegen dan zwaardere drones, dichter bij mensen en gebouwen en over mensen.
Het is natuurlijk wel belangrijk om de regels in jouw omgeving te kennen en te volgen.
De Mini 3 gebruikt dezelfde batterijen als de Pro, maar kan langer vliegen: tot 38 minuten bij gebruik van de standaard batterij.
Net als de Pro kun je het vliegen met de RC-N1-afstandsbediening, die een smartphone vereist, of de duurdere DJI RC, die een ingebouwd scherm heeft en geen aparte telefoon nodig heeft. Wij hebben voor deze review het laatste gebruikt. Ik kan alvast verklappen dat dit een verademing is voor het vliegen met een drone. Ik hoef niet meer te klooien met mijn mobiel en kan nu op mijn afstandsbediening de beelden kraak helder zien. De overdracht is snel en soepel en nog eens super strak.
DJI biedt ook de Mini 3 los aan, voor het geval dat je al een geschikte afstandsbediening hebt.
Missende functies
Belangrijk om te weten is dat de Mini 3 niet beschikt over de obstakelsensoren van de Pro. Dit betekent dat hij, net als de Mini 2, niet zal stoppen voordat hij tegen een boom of iets anders aanbotst.
Het andere grote verschil is dat hij geen tracking-mogelijkheden heeft en dus niet in staat is om een onderwerp vast te leggen en te volgen, zoals de Pro dat kan.
Hij heeft helemaal geen automatische vliegmodi – geen Hyperlapse of MasterShots – en kan alleen een selectie van wat DJI QuickShots noemt uitvoeren. Deze zijn automatisch en kunnen om je heen cirkelen, recht omhoog vliegen, weg van je vliegen, terugkomen als een boemerang en om je heen draaien.
Dit is handig voor snelle clips om te delen op sociale media, maar voor al het andere moet je handmatig de drone besturen en de richting van de camera bepalen.
De QuickShot-modus Asteroid is opvallend genoeg afwezig, net als op de Mini 2.
Een ander verschil is dat de Mini 3 het minder goede O2-videotransmissiesysteem gebruikt. Dit levert een 720p videostream op met 30 frames per seconde tot 10 kilometer afstand, hoewel je in veel landen met de drone in het zicht moet vliegen, dus deze lange afstanden zijn sowieso niet bijzonder relevant.
En hoewel de camera hetzelfde is als die van de Mini 3 Pro, zijn de mogelijkheden ervan beperkt.
Er is geen optie om video op te nemen in D-Cinelike, wat professionals gebruiken om beelden na te bewerken, en er is geen optie om in 10-bit te filmen.
Je zou deze functies niet verwachten op een instapmodel drone, maar het is wel jammer dat DJI ook de framerate heeft beperkt tot 30fps bij 4K en 60fps bij 2,7K en lager. Dit betekent dat er geen slow-motion mogelijk is. En zonder Hyperlapse kun je geen vertraagde of versnelde beelden maken met de Mini 3, tenzij je ze achteraf ‘nep’ maakt in een videobewerkingsprogramma. En zelfs als je teruggaat van 4K naar 60fps, is er een limiet aan hoeveel je het kunt vertragen.
Prestaties
Behalve het ontbreken van obstakelvermijding is het vliegen met de Mini 3 exact hetzelfde als met de Mini 3 Pro. Hij is relatief stil en blijft goed hangen wanneer hij voldoende satellieten heeft opgepikt.
Hij is net zo snel en wendbaar en heeft dezelfde Cinematic, Normal en Sport-modi en dezelfde windweerstand. Op zeer winderige dagen wil je hem niet vliegen, maar voor een lichte drone kan hij zelfs redelijk sterke winden goed aan en beter dan de Mini 2. Vorige week kon ik het hier perfect testen met die hevige wind. Het opstijgen ging goed, maar zodra ik boven de huizen kwam kreeg ik een melding in beeld van stevige wind, het automatisch landen werd dan ook uitgeschakeld, maar ondanks dit bleef hij stil in de lucht hangen, iets wat ik niet had verwacht.
Het is best en lekker goed dat met de return to home functie de drone automatisch terugkomt als hij nog net genoeg vermogen heeft om terug te vliegen, of als het signaal van de afstandsbediening ooit verloren gaat. Je kunt het ook handmatig activeren met een knop op de afstandsbediening of in de app.
Als je de drone kwijtraakt of crasht en niet kunt zien waar hij geland is, helpt de “vind mijn drone”-functie je door een vrij luide pieptoon te laten horen.
De Mini 3 deelt natuurlijk een belangrijke functie met de Pro die ontbreekt bij de Mini 2 (en alle andere vorige Mini-modellen): verticale opnamen. Met behulp van de app of een knop op de afstandsbediening kun je de gimbal roteren zodat de camera verticaal staat. Dit is wat je nodig hebt als je verticale video’s wilt opnemen zonder dat je veel resolutie verliest.
Het is ook handig voor het maken van portretfoto’s, hoewel de automatische panoramacreatie op de Mini 2 hem in staat stelt om zijn mannetje te staan voor verticale foto’s doordat hij er simpelweg meerdere maakt en ze samenvoegt, wat leidt tot nog hogere resolutie.
Voor de opslag van foto’s voer je een SD kaart in de drone in, dit is natuurlijk enkel als je gebruik maakt van de duurdere afstandsbediening, anders sla je dit op op het opslag van je telefoon.
Het werkt eigenlijk allemaal erg gemakkelijk, ook de start met de drone is ideaal. Je krijgt een goeie uitleg over het bewegen en vliegen met de drone, alvorens je echt los gaat. Eenmaal door deze tutorial heen kan de lol beginnen. Voor mij is dit een heerlijke instap drone, hij is compact en neemt makkelijk mee en met de afstandsbediening met scherm ben ik eigenlijk meteen klaar voor actie. Let wel, als je de drone met het Fly more pakket koopt dan ben je al snel 938 euro kwijt. Maar dan heb je wel het meest uitgebreide pakket.